Schrik


Op de foto op Marktplaats draagt ze een pruik en een frivool rood kerstpakje, afgezet met een wit bontje.  Dat zegt wel iets, zo diep in februari. Echt populair is ze blijkbaar niet. Maar ik heb haar gevonden en ik ga haar halen. Ze is precies wat ik zoek.

Het is al donker als ik richting Putten rijd. En natuurlijk regent het weer. Putten, ik ben er nooit geweest, terwijl het maar een halfuurtje rijden is. Midden in de Bijbelgordel, dat is het enige wat ik weet.

De regen zwelt aan. Zelfs in hun hoogste stand kunnen de ruitenwissers het nauwelijks aan. Bezeten razen ze over de autoruit. Het geluid wordt oorverdovend, een kletterend kabaal overstemt de radio. In de verte hoor ik flarden van Bruce Springsteens The River. Nog even en de weg wordt ook een rivier. Een grote golvende rivier die gedreven de passerende autolampen weerkaatst…

Eindeloos

Ongemerkt ben ik rechtop gaan zitten, de autoruiten gevaarlijk dichtbij. Handen krampachtig om het stuur. Ogen die bijna niet durven te knipperen strak op de weg, op zoek naar de nauwelijks zichtbare belijning.

Een eindeloze weg, de afslag had niet later moeten komen. De stoplichten, waar ik even op adem kan komen. Weer optrekken voor het laatste stukje, nog even, het kan niet ver meer zijn. Naar rechts de straat in, hier moet het zijn. Nu stapvoets, op zoek naar nummer twintig.

En dan een enorme adrenalinestoot. Daar staat hij. Een man met een kruiwagen, in de stromende regen. Bewegingloos. Een druipende man met een druipende bril en een druipende kruiwagen. Wat doet hij hier in deze dreigende donkerte in deze drijfnatte straat?! Met het hart in mijn keel rijd ik door. Wat doe ík hier, ik lijk wel gek! ‘t Is de goden verzoeken om uitgerekend hier, op dit tijdstip, in dit weer, in het pikkedonker, in dit oord bij iemand aan te bellen om een paspop op te halen! Opeens besef ik dat het raar is dat een man juist in deze strenggelovige omgeving een pop in een kerstpakje aanbiedt. Pervers!

Dominantie

Ik bedwing de neiging om linea recta rechtsomkeert te maken. Kom op zeg, je bent toch voor de duvel niet bang! Jawel, jawel, zegt een piepstemmetje in mij. Nee joh, stel je niet aan, zegt een zware bas met de nodige dominantie. Hij krijgt de overhand, ik laat me niet kisten, zeg ik tegen mezelf.

Maar waar is dan toch nummer twintig? Het is een straat met vrijstaande huizen zonder zichtbare huisnummers. Of zie ik daar… Jazeker, ik zie daar nummer eenenvijftig aan de rechterkant. Check. De even nummers zitten dus aan de linkerkant. Ik rijd door en stuit op een T-splitsing, dat betekent keren en terug de straat in. Toe maar, we zijn nu eenmaal van de heldhaftige, dus huppakee de andere kant weer op! Voor ik het weet ben ik onverrichterzake terug aan het begin van de straat. En kijk, daar heb je ‘m weer! Met z’n kruiwagen!

Slachtbank

Alle moed verzameld en met bonzend hart zet ik de auto stil en stap uit. De regen is gestopt. “Goedenavond meneer, ik ben op zoek naar huisnummer twintig, weet u waar dat is?” De man zet zijn kruiwagen met houtblokken neer en loopt op me af. “Jazeker, weet ik dat! Walter woont op nummer twintig, kom maar mee.” Ik heb geen keus, en volg hem gedwee een grote donkere tuin in richting het huis. Een lam naar de slachtbank.

Er verschijnt een lange brede gestalte in de deuropening. Zijn gezicht zie ik niet, alleen zijn silhouet. Ik houd mijn adem in…

“Ha, bent u daar? U kon het zeker niet vinden in het pikkedonker, ik had ook even moeten zeggen dat het aan het begin van de straat was.”

“Ja klopt, het was eventjes zoeken, maar met hulp van deze meneer heb ik u toch gevonden.”

“Ach ja, Kees. Wat moet ik zonder Kees beginnen”, zegt hij lachend, terwijl hij een grote hand naar me uitsteekt. “Kom verder, hij staat in de schuur.” Ik hobbel achter deze grote vriendelijke man aan, met Kees in mijn kielzog. We lopen door een ruimte waarvan ik zie dat het een keuken moet worden. Een deel ervan is al geïnstalleerd. Halverwege slaan we rechtsaf een andere ruimte in. Het ruikt er lekker naar schone was. We steken de bijkeuken over en belanden in een grote donkere schuur. “Wacht even, even een lampje aan”, zegt Walter, terwijl hij ergens een knop omdraait. Plots baadt de schuur in een zee van oranje, groen, rood en geel licht.

Naakt

En kijk, daar staat de reden van mijn komst. In haar nakie. Met haar kale hoofd, lange wimpers en glanzende lippen. Walter zei het al in zijn advertentie: zonder pruik en kleding. Te midden van statafels, grote lappen kunstig opgehangen velours gordijnen, nepklimop en slingers. Een bonte verzameling gezelligheid.

“We hadden een feestje een tijdje geleden”, zegt Walter. “Na drie jaar verbouwen was de bovenverdieping klaar. Dat moest gevierd worden, we hadden het de kinderen beloofd. Vandaar die pop. Die diende als opsmuk. Er was er nog eentje, maar die is al weg. En deze gaat nu dus ook.”

Best raar om in het bijzijn van twee mannen in een grote aangeklede schuur naar een naakte paspop te kijken. Het voelt een beetje ongemakkelijk. De naam Geneviève komt in me op. Zo’n type is het. Lang, slank en ongenaakbaar. Ondanks haar blootje.

Ze is echt lang. Wel een halve kop groter dan ik. Ik voel me klein en miezerig, onhandig en dom. Waarom heb ik er niet over nagedacht hoe ik Geneviève in haar geheel in mijn kleine autootje kan proppen?!

Grijns

Gelukkig weet Walter raad. “Hij kan uit elkaar hoor, kijk maar”, en voegt meteen de daad bij het woord. Met twee snelle handbewegingen wipt hij beide armen uit de schouders, draait met een ruk naar links de romp van haar heupen en zwaait vervolgens haar bevallige onderdanen in een vloeiende beweging uit de plexiglazen sokkel. Voor ik het weet is Geneviève geheel ontmanteld, heb ik twee armen in mijn armen, ontfermt Kees zich over haar bovenlijf en sjouwt Walter met onderstel en sokkel terug naar waar we vandaan kwamen. Kees en ik volgen in de ganzenpas. In een handomdraai ligt Geneviève verspreid in mijn autootje en kan ik de terugreis aanvaarden. Met een brede grijns op mijn gezicht, uitgezwaaid door twee aardige Puttense mannen.

Op de terugweg blijft de grijns. Ik heb lol om mezelf en om Geneviève die in een oogwenk van mijn auto een raar rommeltje heeft gemaakt.

Thuisgekomen laad ik mijn handeltje uit de auto en spreid het voor het gemak even uit over de huiskamervloer. Interessant, vindt Bobbi, die niet uitgesnuffeld raakt op Genevièves rechterknie. De heer des huizes ondertussen, slaat het tafereel met grote scepsis gade. Ook als ik Geneviève na enig geworstel weer in elkaar heb gepuzzeld, is hij niet van haar gecharmeerd. Hij vindt haar maar een raar gevaarte. Dat snap ik wel, maar het moet maar even, ’t is echt niet voor lang…

Hoe het verhaal is afgelopen? Geneviève heet nu Lotje. Zo jaagt ze wat minder schrik aan. Ik heb haar beneden in de huiskamer in wel twintig verschillende outfits gehesen en op de foto gezet. Het staat haar allemaal even fantastisch. Via de tweedehands kledingsite vindt mijn afgedankte garderobe gretig aftrek, terwijl ik er zelf ook af en toe iets leuks scoor.   

En Lotje? Voorlopig heeft ze haar plicht gedaan. Ze heeft een mooie bijdrage geleverd aan de circulaire economie en woont inmiddels boven. We moeten alleen nog even wennen om mensen die op zolder komen een waarschuwing mee te geven: “Niet schrikken van Lotje hè?! Ze staat achter de deur…”

19 thoughts on “Schrik

  1. Leuk verhaal Syl. Ik ben ook nog opzoek naar een Lotje, Truus, Jannie of wie dan ook. Verkoopt misschien net iets beter. Succes!

    1. Klopt! Tip: ga voor iets zonder hoofd, armen en benen, dat gaat sneller. ’t Is een hoop geworstel met Lotje; voor je ’t weet vliegt er een arm uit de kom of dondert ze van haar sokkel…😏

      1. Een heerlijk verhaal! En ik wil ook wel een lotje, lijkt idd heel handig om je kleren die je verkoopt te fotograferen. Want om die kleren nou zelf steeds aan en uit te doen en dan onhandig een foto te moeten maken zonder herkenbaar in beeld te komen, dat is een ontzettend geworstel. En het staat zoveel beter op zo’n paspop!

  2. Genoeg animo voor Lotje, doorgeven dus… dat is echt circulair. Je hebt weer mazzel gehad met twee mannen alleen in een huis, in een donkere schuur….. daar kan je een echte triller van maken.😜 mooi verhaal Sil met een pracht plot( mooie alliteratie he)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *