Fiets

 

’t Is altijd even een gedoetje om alle boodschappen in huis te halen, maar het is gelukt. Ik kan nu lekker aan de gang met m’n viergangenmenuutje. Laat ik eerst maar eens beginnen met het koken van de zwarte rijst, want die moet nog afkoelen. Hmm… ik had toch nog zwarte rijst? Die zat toch in die glazen pot? Ik neem de pot uit de kast en kijk eens goed. En ja hoor, op de bodem neem ik drie zwarte rijstkorrels waar. PUT! Wat stom! De rijst is op!

Oké, tegenvallertje. Maar we laten ons niet uit het veld slaan. We pakken vrolijk de fiets en karren even naar het dorp.

Zo gezegd, zo gedaan. Even later zit ik op m’n fietsje en race ik richting de supermarkt. Tenminste, dat is het plan. Maar na zo’n tweehonderd meter van lekkere weerstand in de derde versnelling, draaien mijn benen plots hulpeloos in het luchtledige. Ik moet m’n best doen om mijn voeten op de trappers te houden en om überhaupt op mijn fiets te blijven zitten. PUTTEDEPUT! De ketting ligt eraf!

Oké, nog een tegenvallertje. Kan ik er iets aan doen? Nee ik kan er niets aan doen. Moet ik dan chagrijnig worden? Nee, ik word niet chagrijnig, want dat helpt niet. Grrrr…

In mijn hoofd verandert de rijst als vanzelf van kleur: witte rijst heb ik nog wel in huis. Dan maar een net iets minder fraai ogend voorafje in een glaasje. Terwijl ik mijn best doe om met dit nieuwe perspectief te leven, keer ik om en loop met de fiets aan de hand naar huis. Eigenlijk een gelukje dat ik nog maar halverwege was…

Oude fiets

Enkele dagen later, als het menu al lang en breed verteerd is, sta ik met mijn fietsje bij de fietsenmaker. Of hij even de ketting erop wil zetten?

“Maar mevrouw, weet u dat wel zeker? Dit is wel een verschrrrrikkkkelijk oude fiets! Er moet een nieuwe ketting op én een nieuwe kettingkast. Dan bent u wel errug veel geld kwijt voor een fiets die niets meer waard is.”

Ik schrik. Van twee dingen. Zoals altijd van het feit dat ik met ‘mevrouw’ word aangesproken: het meisje in mij kan daar nog steeds niet aan wennen. Maar ook omdat mijn fiets in mijn ogen nog helemaal niet oud is. Ik weet nog precies waar ik was toen ik ‘m kreeg en dat is toch echt niet zolang geleden. Eigenlijk heb ik een best wel nieuwe fiets.

“Hoe oud is ie?” vraagt de fietsenmaker, “25… 30?” Ik denk hard na… “Eh… ja, dat moet zo ongeveer wel kloppen…”

“Tja, u moet het zelf weten hoor, maar ik zou er maar eens goed over nadenken. Misschien is het wel tijd voor een nieuwe fiets.”

Tjonge, dit valt toch even rauw op mijn dak. Mijn lieve fietsje is zelfs niet meer goed genoeg voor de tweedehandsmarkt en moet volgens de fietsenmaker op de schroothoop. Voor nu is dit te veel om te verwerken. Ik moet erover nadenken en vraag de man of ik ‘m mag laten staan en er morgen op terug mag komen. Hij is de beroerdste niet, dus dat mag.

Nieuwe fiets

Tja, je snapt het al, ik heb een nieuwe fiets. Een blauwe. En ik ben er nog blij mee ook. Ik had er toch geen idee van hoe lekker een fiets kan fietsen!

Mijn oude fiets heb ik nooit meer gezien. Hij was al weg voordat ik afscheid van hem kon nemen. Met enige spijt, maar vooral met dankbaarheid denk ik aan hem terug. Mijn ouwe trouwe fietsje. Hij is nu vast in de fietsenhemel…

2 thoughts on “Fiets

  1. Kleurt mooi bij je jas en je broek, maar ehh… een damesfiets, spreek je die ook aan met ‘hij’?
    Tot slot, héél stoer, maar dat hoort natuurlijk bij ‘meisjes’, geen elektrische fiets, behalve dan de verlichting…

  2. Nou… ik heb het opgezocht: fiets kan zowel mannelijk als vrouwelijk zijn, dus het had gekund. Maar ik blijf toch bij mijn keuze, ik trap liever op iets mannelijks dan op iets vrouwelijks. Iets van meer stootjes kunnen verdragen of zo…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *