Trots

O jee. Daar staat ze aan de start van de tien kilometer, met de 1500 meter van gisteren nog vers in de benen. Ergens in het midden tussen de 28 andere vrouwen die de race gaan lopen. Als een van de weinigen haar buik bedekt.

Als de atletes aan het publiek worden voorgesteld glimlachen ze even naar de camera, de een uitbundiger dan de ander. Sifans ogen zijn omfloerst en richten zich op een punt ergens in de verte. Als ze haar naam hoort gaan haar armen even omhoog en trekt er een glimlachgelijkende grimas over haar gezicht.

Het startschot klinkt en ze gaan. De verslaggever begint te vertellen. Over de spierklachten die Sifan Hassan vanaf het begin van de Spelen heeft. Last van haar beenheffer, een nieuw woord voor mij. Het is bewust niet naar buiten gebracht om haar concurrenten niet wijzer te maken. Ik houd mijn hart vast.

Ze probeert haar race van achteruit op te bouwen, zo zegt de commentator. En dat klopt, ze loopt achteraan. Mijn hart gaat naar de eerste versnelling.

Het is haar zesde race in acht dagen. Gisteravond lag ze na alle verplichtingen pas om drie uur in haar bed.

Hart op hol

Na tweeëneenhalve minuut stapt de eerste loopster uit de wedstrijd. Sifan is naar voren gegaan en loopt in het midden van de groep. Na vier minuten versnelt ze en loopt ze door naar de zesde plek, haar directe concurrente net voor zich. Nu attent blijven en krachten sparen. Mijn hart gaat naar de tweede versnelling.   

Na zeven minuten loopt ze op de zevende plek. Nog vijftien rondes te gaan, een lange weg. Na twaalf minuten versnelt ze, nu op plaats vijf. En nóg een versnelling, plaats drie! De anderen krijgen moeite met het hoge tempo en langzaam valt de groep verder uit elkaar.

Nog tien rondes met vier loopsters op kop. Sifan zit daarbij. De omstandigheden zijn zwaar, het is dertig graden en de luchtvochtigheid is hoog. De een na de andere atlete stapt uit de wedstrijd, de rest wordt op ronden achterstand gezet. Sifan zit er goed bij, haar gezicht is ontspannen. Mijn hart niet. Die zit in de derde versnelling.

In nu nog een kopgroep van drie loopt Sifan na eenentwintig minuten naar de tweede plaats. Ze houdt dat vol tot de laatste ronde. Gidey die al die tijd op kop heeft gelopen zet een lange versnelling in. Blijven de anderen erbij? Ja, ze blijven erbij! Wacht Sifan tot na de bocht, ja ze wacht tot na de bocht! Wordt het brons, wordt het zilver, wordt het goud?! Mijn hart rent mee in het ritme van Sifans benen en ze versnelt! Ze passeert Gidey met Gezahegnein in haar kielzog. Kan ze het houden? Ze rent als een gek. Mijn hart ook. Ja ze kan het houden! Sterker nog, ze neemt afstand! Het is goud!! Goud voor Sifan Hassan!! Haar hand gaat omhoog, met een vinger in de lucht. Mijn hart en ikzelf springen op en neer van blijdschap, mijn ogen springen vol, wat geweldig, wat fantastisch!

Gek mensje

Wat fantastisch voor dit frêle, ondoorgrondelijke meisje dat helemaal alleen op haar vijftiende vanuit Ethiopië naar Nederland kwam. Terechtkwam in een opvang in Schipborg voor jonge gevluchte meisjes en in Nederland met vallen en opstaan een prachtige sportcarrière opbouwde.

Wat heeft ze ons allemaal trots gemaakt met haar geweldige prestaties op de Olympische Spelen! Ze heeft het gedaan. Dat gekke mensje, zoals ze zichzelf weleens heeft genoemd.

Maar zij niet alleen. We hebben een land vol prachtige sporters, waarvan sommige vijf jaar lang hebben toegeleefd naar deze Spelen en zelfs geen moment hebben kunnen schitteren. Er was verschrikkelijke pech, waanzinnig veel geluk en alles wat daartussen zit.

Ik ben trots. Trots op ons sportland waar ook migranten een kans hebben om tot volle wasdom te komen. Trots, ondanks alle eeuwig mopperende onderdanen.

Trots, terwijl ik er zelf niets voor heb gedaan. Eigenlijk best raar…

 

Patriottisme is een gematigde vorm van vaderlandsliefde. Het woord komt van het Latijn pater, wat vader betekent. Iemand die trots is op zijn vaderland en aan dat land is toegewijd door bijvoorbeeld in het leger te willen dienen, is een patriot. Patriottisme is een terughoudende, gematigde vorm van nationalisme en wordt niet als negatief ervaren. De Oranjegekte tijdens een voetbaltoernooi is hiervan een voorbeeld, of het trots meezingen van het volkslied.

Meer weten over het verschil tussen patriottisme, chauvinisme en nationalisme? Je kunt het bijvoorbeeld lezen op historiek.net

7 thoughts on “Trots

  1. Supermooi geschreven Syl! Je kunt wel wedstrijdverslaggever worden joh! Ik heb de race zelf niet gezien, maar dankzij jouw verhaal kreeg ik zelfs achteraf nog spanning! Diep respect heb ik voor deze atlete, want wat moet het moeilijk en zwaar voor haar zijn. Zo’n dapper ‘mensje’. Die uitleg erbij over patriottisme is ook geinig, daar heb ik dus ook wel eens last van. Niet dat ik in het leger zou willen vechten overigens… Maar herkenbaar.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *