BHV

De kookworkshop ‘Indisch koken voor beginners’ is nog maar nauwelijks begonnen, of daar rolt het vingertopje van mijn kookmaatje tussen de pas in blokjes gesneden hamlappen. Het topje met de oranje nagellak (dinsdag was ze nog bij Nederland-Turkije) prijkt bevallig tussen de bleke blokjes. Met haar rechterhand houdt ze haar linkerhand in de lucht. Haar grote ogen bekijken met afgrijzen haar hevig bloedende wijsvinger, die onbeduidend klein tussen de andere vingers prijkt.

Ik aarzel geen moment. “Jij! Verbandtrommel!” schreeuw ik, wijzend naar mijn buurman bij het volgende aanrechtblok. “Jij! Plastic zakjes!” naar zijn vriendin.“Jij!” door de ruimte naar onze kookleraar, “IJsblokjes!!”.

Ondertussen zeg ik op geruststellende toon tegen mijn vriendin dat het allemaal goedkomt. Dat we haar vinger even lekker met een dekverbandje gaan verbinden, zodat het bloeden wordt gestelpt. Haar kootje zullen we zachtjes inpakken in een steriel gaasje, we stoppen het liefdevol in een plastic zakje en doen dat zakje in een plastic zak met water en ijs. En we gaan rustig naar het ziekenhuis om de hoek, waar ze het topje met plezier weer aan haar vinger zullen zetten. Peanuts.   

In mijn dromen dicht ik mezelf deze onverschrokkenheid toe. In werkelijkheid heb ik dit gelukkig nooit meegemaakt. Maar áls het gebeurt, weet ik precies wat ik moet doen. Hoop ik.

Schoolbanken

Al een jaartje of negen ben ik bedrijfshulpverlener en eens per jaar mag ik mijn kennis bijspijkeren met een bhv-herhalingscursus. Door corona was het inmiddels alweer anderhalf jaar geleden, maar onlangs was het toch zover dat ik weer in de schoolbanken zat. Ondanks mijn vergevorderde leeftijd was ik een van de jonkies: vrijwel alle aanwezigen waren langer bhv’er dan ik. Er was er zelfs eentje die al 32 jaar zijn papieren op zak heeft.

Zoals altijd was het eerst even aftasten wat voor vlees we in de kuip hadden. Het begint natuurlijk met de cursusbegeleider: als die een beetje smeuïg kan vertellen, is de dag goed door te komen. In dit geval hadden we geluk, want het was een oud-militair die luid en duidelijk en met de nodige humor de stof aan de man bracht. Een majoor Kees zeg maar.

Buikstoten

Zo leerde ik dat ik mijn ’s nachts luid snurkende monster gemakkelijk in de stabiele zijligging kan leggen. Zijn tong kan dan geen rol van betekenis meer spelen en het geronk wordt onmiddellijk gestaakt. Wat ook nieuw was, was dat de zoon van Henry Heimlich, de uitvinder van de heimlichgreep, ervoor heeft gezorgd dat deze greep niet meer zo genoemd mag worden, maar nu de ‘buikstootgreep’ heet. Hiermee kun je bewerkstelligen dat kralen, graten, botjes, dropjes en andere verstikkende obstakels weer uit de bovenste luchtwegen naar buiten worden geschoten. Heel praktisch.

Natuurlijk stond ook de reanimatieoefening als prominent onderwerp op de agenda. Deze keer was de oefenpop gehalveerd en moesten we het alleen met de romp doen. Gelukkig had de pop wel haar eveneens beenloze broer meegebracht, waardoor de oefeningen sneller konden worden doorlopen. Natuurlijk was er extra aandacht voor de hygiëne: beide poppen werden steeds zorgvuldig afgepoetst en kregen daarna een extra beschermend doekje over de mond waar we als cursist doorheen moesten blazen. Tot mijn opluchting mocht ik na mijn oefening van majoor Kees een complimentje in ontvangst nemen, in tegenstelling tot twee medecursisten die met extra instructies naar huis werden gestuurd.

Bakvis

En dan was er uiteraard nog de ontruimings- en brandoefening, waarbij onze instructeur bij het demonstreren van de deurprocedure een mooi staaltje toneelspel liet zien. Zijn militaire verleden kwam hem daarbij goed van pas: hij sloop als een volleerde commando richting de deur en voelde met de rug van zijn hand of zich mogelijkerwijs achter de deur een zinderend vuur bevond. Platgedrukt tegen de deur opende hij deze voorzichtig, stak zijn hoofd om de hoek, en schreeuwde: “Is daar iemand?”. Toen hij geen antwoord kreeg, stormde hij de gang in, ons in ontreddering achterlatend.

En ja, dan is het niet meer zo moeilijk om in totale meligheid te vervallen, hetgeen mij en mijn buurvrouw Coby overkwam. Daar droeg het netjes in een plastic zakje verpakte bhv-trainingssetje verder aan bij. Mochten we in het pre-covidtijdperk elkaar nog verbinden, nu moesten we onze eigen bovenbenen met verband omwikkelen. Dan is er niets meer aan te doen en hebben twee bejaarde bakvissen onbedaarlijk de slappe lach. Met als sluitstuk de geërgerde blik van majoor Kees. Heerlijk.

Ik verheug me alweer op volgend jaar…  

____________

Wil je nog iets meer weten over de behandeling van afgesneden of afgerukte vingers? Dan kun je ervoor kiezen om dit bericht even te lezen:
https://www.rtlnieuws.nl/node/398531

En wat te doen als je in je eentje bent en dreigt te stikken:
https://www.youtube.com/watch?v=BxWDWaDjcWc

4 thoughts on “BHV

  1. Zeg Sylvia, nu betrap ik je toch écht op twee onwaarheden (‘leugens’ klinkt te grof): “…mijn vergevorderde leeftijd…” en “…bejaarde bakvissen…”.
    Niet meer doen, hoor…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *