Vakantie in Frankrijk – 1

Charentes Poitou

Le Hypermarché

Excusez-moi, puis-je passer? zeg ik in mijn beste Frans. Mais bien sûr madame! zegt de man, doet een stap opzij en begint meteen te ratelen. Hij heeft me blijkbaar zien staan voor het enorme koelschap met roomboter, waar ik probeerde wijs te worden uit de vele mogelijkheden, want hij begint meteen een redevoering. Hij pakt het ene pakje roomboter na het andere in zijn hand en ratelt ondertussen door, jonglerend met de pakjes en wijzend op het vetpercentage dat erop staat en op de prijzen in het schap. Ik hoef alleen maar te doen alsof ik luister, op het juiste moment vriendelijk te knikken en… oeps! Hij vraagt nu iets! Aha, of ik salé wil, demi-salé of doux? Eh… zonder zout graag.

Dit geeft hem voldoende informatie om verder te jongleren en oreren, totdat… hij plotseling na een minuut of drie stokstijf en muisstil voor me staat met in elke hand een pakje boter. O jee… nu komt het erop aan! Ik moet kiezen tussen de twee beste! Ik die nooit kan kiezen! Heldhaftig, zonder aarzelen wijs ik naar zijn rechterhand. Hij glimlacht breed, reikt zijn rechterhand mét de boter naar me uit, maakt een buiging en weg is hij, mij verbouwereerd achterlatend. Ik leg de Beurre Charentes Poitou extra-fin voorzichtig in mijn enorme boodschappenkar, alsof het een kostbaar kleinood is. Zo. Dat was de boter. Nu de rest.

Keuzestress

Nog niet eerder was ik in zo’n grote supermarkt, jemig wat een ding! Ze hebben er alles, maar wáár is nog de vraag. Ik heb zo aan het begin van de vakantie nogal wat nodig, dus ik sleep mezelf van hort naar her, van bouillonblokjes naar gamba’s, van houtskool naar afwasborstel, van grenola naar wijn, van… hellup!! Gekweld door keuzestress en tijdsdruk (Bobbi en co. wachten bij de auto) race ik door de gangen van deze hel. Op de groenteafdeling voel ik me het meeste thuis. In ieder geval vind ik daar in redelijk korte tijd de tomaten, de groene asperges, de basilicum, de peren en alle andere dingen die ik op groente- en fruitgebied nodig heb. Ik kijk nog even goed rond of ik niet ergens een weegschaal zie voor het zelf wegen en prijzen van de producten, maar dat is niet het geval. In zo’n grote winkel als deze zal dat vast bij de kassa gebeuren.

Een uurtje na mijn entree van deze hyperwinkel heb ik mijn boodschappenlijstje afgewerkt en kan ik me naar de kassa begeven. Er staan lange rijen dus we doen er nog even een portietje geduld bij. Het schiet al op, nog maar twee karren voor mij en dan ben ik aan de beurt. De mevrouw van de eerste kar legt haar boodschappen al op de band en… NEE! TOCH NIET HÈ?!! Ik zie een hele hoop groentezakken op de band belanden met grote prijsstickers erop! Wanhopig vraag ik aan de mevrouw die achter me staat of de groente gewogen had moeten worden. Ze knikt bevestigend, ja hoor, il faut le peser…

Merde!

Ik sta met mijn handen in het haar. Letterlijk. De mevrouw is lief, haar twee dochters ook. Ze helpen me om al mijn groente en fruit uit de kar te halen en over te hevelen in een mand met wieltjes waar ik gemakkelijk mee door de winkel kan rennen naar de groenteafdeling. Ze zullen mijn kar in de gaten houden totdat ik terug ben. Wat een scheetjes. Als een bezetene, met achter me aan het gewillige mandje, race ik behendig terug naar waar ik vandaan kwam en kom hijgend tot stilstand bij mijn favoriete afdeling. Maar nu? Geen weegschaal in zicht! Tijd om te verliezen heb ik niet, dus maar gewoon vragen. Aha! Het kraampje waar je olijven en noten kunt halen is het weegstation! En in het midden staat het weegmeisje dat alles voor je prijst. Dit keer heb ik geluk, er is geen rij.

Even later ren ik in hetzelfde tempo terug, met in mijn kielzog mijn met keurig gestickerde groentezakjes gevulde rolmandje. De moeder met haar dochters is al door de kassa heen en zwaait naar me, onderwijl wijzend naar mijn verlaten kar die ze netjes in het dichtstbijzijnde gangpad heeft geparkeerd. Opgelucht zwaai ik terug en steek twee duimen omhoog.

Katten

Hè, hè, eindelijk sta ik nu dan legitiem in de rij. Het kan me niet meer schelen dat het nog langer duurt. Dat ik moet wachten op de mooie Franse heer in zijn kostuum met zijn hoed, zijn grijze staart eronder vandaan en zijn triomfantelijk vooruitstekende buik. Hij houdt van katten. Dat zie ik aan de zesenvijftig blikjes kattenvoer van exquise kwaliteit die hij op de band legt. Hoe ik dat precieze aantal weet? De caissière heeft ze net alle zesenvijftig geteld.

De meneer betaalt met een cheque die hij uit het speciale mapje haalt dat in zijn binnenzak zit. Hij vult het bedrag zorgvuldig in en zet zijn handtekening, laat zijn legitimatie zien die hij bewaart in zijn portemonnee, geeft de cheque aan de caissière, groet vriendelijk en vertrekt. Ook de caissière heeft een mapje. Ze stopt de cheque erin bij de andere exemplaren en steekt het mapje ergens weg onder de rolband. En dan ben ik aan de beurt! Nu al? 😜

Naar buiten gekomen word ik verblind door de zon. Het geeft me een opgelucht gevoel dat die het ondanks mijn lange inspannende avontuur niet heeft opgegeven. En nog belangrijker: mijn schatjes ook niet. Die liggen vredig in het gras bij de auto in de schaduw van de enige boom die de immense parkeerplaats rijk is. De een leest een boek, de ander kauwt op een botje. Wat heb ik toch een geluk…

One thought on “Vakantie in Frankrijk – 1

  1. Toch gek, veel mensen schrijven ‘chique’, terwijl ze ‘chic’ bedoelen, maar er is nou nooit eens iemand die ‘chec’ schrijft…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *