Vakantie in Frankrijk – 2
La Randonnée
“Ze zeggen dat het vanaf nu alleen nog maar gaat regenen”, hoor ik vanaf de andere kant van de tafel. “Tien dagen lang, totdat we naar huis gaan, kijk maar.” Voor mijn neus zie ik de weinig opwekkende weersvoorspelling. Zijn we daarvoor naar Zuid-Frankrijk gereden? In Nederland schijnt de zon, maar dat is twaalfhonderd kilometer verderop. We besluiten er maar het beste van te maken, naar huis kunnen we nog altijd. In ieder geval heeft de voorspelling het op dit moment al mis, want na een natte avond en nacht zou het nu nog steeds moeten regenen terwijl het toch echt droog is. Ik zie zelfs een stukje blauw tussen de grijze wolken. Weet je wat? We gaan erop uit, elk droog moment is meegenomen!
La Hollande of toch niet?
Dus hop, in de auto naar Monflanquin, een middeleeuws stadje op drie kwartier rijden van onze gîte. Onderweg is het rustig en kunnen we, als de Franse boer met zijn trekker is gestopt om ons voorbij te laten gaan, lekker doorrijden.
Monflanquin is een bastide, een stad die in de 13e eeuw is gesticht, met een rechthoekig stratenpatroon, dat de stad verdeelt in acht huizenblokken rondom een centraal marktplein. En kijk, we hebben geluk, het is markt. Altijd leuk om even overheen te lopen en de geuren van verse kaasjes en knoflookworstjes op te snuiven en te genieten van het gezellige gekeuvel en geroezemoes van de mensen die elkaar hier ontmoeten.
Ook hier zijn de asperges in het seizoen, we zien een kraam met een overdaad aan het witte goud. De marktkoopman ziet ons lopen en schat ons in als potentiële kopers, want hij roept ons toe: ‘Asperges de la Hollande!’ ‘Ah! De la Hollande!’ reageer ik met chauvinistisch enthousiasme, waarop hij me wat verward aankijkt en herhaalt: “de la lande…”. Oh! Hihi… Oeps… mummel ik schaapachtig. Dat Frans is soms toch best lastig… 😬
Ook in de hoek van het marktplein op het terrasje is het een drukte van belang. Dertien graden of niet, heel Monflanquin drinkt er koffie. Wij dus ook. Na ons tweede bakkie en nog geen zes euro armer, lopen we nog even langs de kerk en beginnen dan aan onze rondwandeling. Daar zijn we tenslotte voor gekomen.
Monflanquin mag dan haar oorsprong hebben in de Middeleeuwen, nu heeft het een moderne villawijk en een voetbalveld. Daar moeten we eerst doorheen en langs, voordat de wandeling de moeite waard wordt. Maar dan ligt de Franse natuur aan onze voeten. Letterlijk, want we nemen een zandpad door de velden. Of noem je het in dit geval een kleipad? De lucht is grijs, maar het is droog en best lekker wandelweer. We hebben wat je zegt ‘goede moed’. Dat is ook wel nodig, want door de stukken in het hoge weidegras zijn mijn waterdichte leren laarzen met recordsnelheid doorweekt geraakt, zo voel ik aan mijn langzaam vollopende, op extra absorptie ingestelde, wandelsokken. Als ik goed luister, hoor ik het ook. Sop. Sop. Sop. Sop.
Madeliefjes en middelteentjes
Het mag de pret niet drukken, het is hier prachtig. Het heuvellandschap laat zich zelfs met dit weer zien in duizend verschillende tinten. Veel tijd om daarop te letten is er overigens niet, want elke stap moet zorgvuldig worden uitgemeten, nu we ons op een glibberig glijpad naar beneden bevinden. Dit wordt bepaald niet vergemakkelijkt door de wildgroei aan klei onder onze laarzen. Met elke stap groeien we een centimeter, zodat we na een kwartiertje een aanzienlijke groei hebben doorgemaakt en door het landschap ploegen met laarzen die inmiddels een kilootje extra wegen. Voortdurend op onze hoede om vooral niet uit te glijden, balanceren we als twee bejaarden tijdens hun eerste koorddansles. Om het kwartier stoppen we om met wat stokken en stenen de veelheid aan klei-etages te verwijderen. Alleen Bobbi heeft er geen last van, die dartelt lichtvoetig als Rakker uit Lady en de Vagebond over de met madeliefjes en paardenbloemen bezaaide weiden. Af en toe steekt ze tijdens het passeren even een middelteentje op tegen een blaffende boerderijhond, om vervolgens met arrogant opgeheven kop haar weg te vervolgen. Kijk mij, ik ben lekker vrij!
We trekken ons op aan Bobbi en geven niet op. We baggeren over heuvels en dalen en blijven soppen alsof ons leven ervan afhangt. En ach, wat is een beetje afzien toch eigenlijk stiekem heel erg lekker. Je verstand bij elke stap die je neemt en bij niets anders. Mindful met twee voeten in de klei. Helemaal gratis en voor niets.
Voor je het weet ben je dan tweeëneenhalfuur en nog maar zes kilometer verder als je plots de contouren van Monflanquin weer ontwaart. En nog een uurtje verder als je je voeten in droge sokken en sloffen mag steken, terwijl het houtkacheltje in de gîte gezellig snort.
Wijntje doen? Lekker Frans kaasje erbij? Is goed. Doe jij de wijn? Doe ik de kaas. Lekker hè? Santé!
Een houtkacheltje dat ‘snort’?
Ik ken in Frankrijk eigenlijk maar één iets dat ‘snort’, een Solex.
Maar goed, mag ik de volgende keer mee, om het ‘snorrende’ houtkacheltje te horen?
Voor de goede orde, mijn Frans is bovengemiddeld, komt door een Franse schoondochter…
Misschien hoorden wij onszelf, snorrend van tevredenheid…