Aboriginals


Aboriginals

Het is weer zover. Ik trek de meterkast open om de zojuist aangeschafte wc-eend een plekje te geven, maar tevergeefs. De lege flessen staan in de weg. Dat ze nog net niet uit zichzelf van de plank zijn gevallen is meer geluk dan wijsheid. Tijd voor een gang naar de glasbak (ja JW, alweer 😉). Ik stap de deur uit met een rammelende plastic tas én Bobbi.

Verderop in de straat bij het appartementencomplex staat een lange, niet onknappe man, zo ziet mijn geoefend oog. Overhemd, trui, spijkerbroek, sneakers en een petje op. Met zijn handen in zijn zakken staart hij naar iets ergens boven in het appartementengebouw. Ik volg zijn blik, maar zie niets bijzonders. Heel even denk ik terug aan toen ik een puber was en samen met een vriendinnetje in onze spijbeltijd midden in de Herestraat in Groningen naar boven keek naar iets wat er niet was. En aan de lol die we hadden om al die mensen die dan automatisch ook omhoogkeken. Dubbel lagen we. Puberhumor (stiekem vind ik het nog steeds heel grappig).
Als ik langsloop kijkt de man opzij en groet. Hij heeft een vriendelijk hoofd. Zoals het een goede noorderling betaamt, groet ik vriendelijk terug voordat ik linksaf het paadje insla richting de glasbak.

Ho…!! Bobbi…!!
Maar “Ho! Bobbi!” is natuurlijk veel te laat als ze zojuist bijna mijn schouder uit de kom heeft getrokken, omdat ze plotseling iets rook. De oorzaak ligt midden op het voetpad. Ze snuffelt aan het hoopje stront dat door een soortgenoot uit een asociale tak van haar familie midden op de stoep is achtergelaten. Bobbi zelf is keurig opgevoed en zoekt altijd netjes een discreet plekje onder een bosje of achter een boom waar niemand komt. En dan nóg wordt de hoop in kwestie in een plastic zakje gefrummeld en meegenomen.  

IQ of EQ

Nu zie ik de man weer, hij staat er nog steeds en hij lacht. Hij kijkt naar mij en de hond en zegt: “Pas maar op, straks vreet-ie het op. Dat doen ze hè?”
“Ja”, zeg ik, “maar deze niet hoor, die houdt niet van hondenstront, ze gaat meer voor schapenpoep.”
“Wees maar blij dat-ie z’n éigen stront niet eet. Er zijn genoeg honden die dat doen hoor! En mensen ook, domme mensen”, zegt hij, “Aboriginals bijvoorbeeld.”
“Oh, echt?” zeg ik. “Dus Aboriginals zijn domme mensen?”
“Ja, die zijn dom. Net als de bewoners van Afrika. Aziaten zijn veel slimmer. Je mag het eigenlijk niet zeggen hè, want dan discrimineer je. Uit Noord-Europa komen de slimste mensen. In Scandinavië, Duitsland en Nederland zijn ook altijd de meeste uitvindingen gedaan. De microscoop bijvoorbeeld. De onderzeeboot. De benzinemotor. Bluetooth. Noem het maar op. Nederlanders zijn echt heel slim, het zit in de genen. Je kunt wel spreken van suprematie. Kijk maar eens naar History Channel. Of gewoon op internet. En mensen die niet zo slim zijn, mensen met een minder hoog IQ, die gebruiken snel het smoesje van emotionele intelligentie.”

De man komt een paar passen dichterbij en staat nu midden op de straat. Bobbi is inmiddels uitgesnuffeld en staat verveeld uit haar neus te eten.

“Ja, zeg ik, ik denk dat ik daar een van ben. Het is me vaak opgevallen dat mensen met een extreem hoog IQ soms wat minder slim zijn in de omgang. En iemand die niet zo goed kan leren kan toch behoorlijk intelligent zijn op andere vlakken.”
“Nou mijn broers bijvoorbeeld”, zegt hij, “die hebben allebei een hoog IQ maar ze doen er niets mee, daar zijn ze te lui voor. De nulgeneratie hè? En ze hebben allebei kanker. Ik was laatst jarig, we waren met z’n negenen en zes daarvan hebben de afgelopen tien jaar kanker gekregen.”

Oud papier

Inmiddels heeft de man weer wat stappen in mijn richting gezet en staat hij aan de ingang van mijn paadje. Er zijn twee mensen aan komen lopen, een man en een vrouw. Ze zijn begonnen hun oud papier in de papiercontainer te gooien naast de ingang van het pad. Het gaat tergend langzaam, dat gaat vast vanzelf als de oortjes gespitst zijn. 

“Ze vinden mij een wappie en ik laat ze maar lekker, ze weten niet beter. Dat krijg je als je je laat inspuiten met allerlei troep. Die vaccinaties hè? Op alle medicijnen staat altijd precies wat erin zit, maar weet jij wat er in die coronavaccinaties zit? Mijn familie verklaart mij voor gek dat ik me niet heb laten vaccineren, maar moet je ze zien over dertig jaar. Dan heeft iedereen spijt als haren op z’n hoofd. ’t Is een vooropgezet plan van de overheid hè, met die Kaag voorop. Die weet precies wat ze doet.”

“Vind je het goed dat ik nu afhaak? Ik ga mijn lege flessen wegbrengen en mijn hond uitlaten.”
“O ja, natuurlijk! Ik ga zo chauffeuren, daarom sta ik hier”, zegt hij, terwijl hij een onzichtbaar stuur in de lucht beweegt. “Leuk je gesproken te hebben” en hij steekt vriendelijk zijn hand op ten afscheid.  

“Eh… ja…eh…daag! Kom Bob!”

 

Trouwens, ben je geïnteresseerd in andere hondenpoepverhaaltjes, dan heb ik er nog eentje voor je. Klik hier: Zwangere koe . 

 

One thought on “Aboriginals

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *